laatste dag in Afrika
Door: Jolijn
Blijf op de hoogte en volg Jolijn
29 Maart 2009 | Oeganda, Kampala
De laatste dag in Afrika, een zondag. Ik heb niet uitgeslapen, maar ik had mijn wekker op 8.30 gezet, want ik wilde nog wel wat aan mijn dag hebben. Het regende en het was best fris (dus extra bloesje aan). Het zwemmen hebben we daarom afgelast, echt ontzettend jammer, maar ziek worden is ook geen goed plan. Victoria van 16 die ik bij Pope Paul’s Conference Centre heb ontmoet had me nog een sms gestuurd om te vragen waar het hotel was waar we wilden gaan zwemmen, maar ik moest haar ook teleur stellen. Echt zooo jammer. Ik heb smorgens wat in huis rondgehangen, en met Juliana van 17 gepraat.
’s Middags ben ik met Veronica naar de school van Angela geweest (Angela/Angel is de dochter van Eliezer uit Tanzania, die ik ook in 2007 heb ontmoet). Angela studeert nu aan het voortgezet onderwijs (secondary school). Ze kreeg vanmiddag haar rapport en dan is het gebruikelijk dat ouders/verzorgers langskomen. Eliezer was van de week bij haar langsgeweest, maar was inmiddels weer terug naar Tanzania.
In mijn achterhoofd spookt het een beetje.. Bij de conferentie vroeg iemand aan Veronica of zij aan Eliezer (van TUSPO) wilde vragen waarom er geen echte clienten uit Tanzania waren gekomen.. En ik heb Eliezer ooit 130 euro toegestuurd voor de organisatie TUSPO, want hij had aangegeven dat hij een fototoestel wilde kopen om te laten zien wat er met clienten in Tanzania gebeurde. De eerste opbrengst van onze charity-actie bij Reggae Sundance is naar hem gegaan, maar ik heb nooit een foto gezien. Hij ontwijkt het onderwerp.. En toen we in 2007 bij hem in Tanzania waren gaf hij ook aan dat hij graag wilde dat zijn kinderen konden studeren.. Nu zit zijn dochter op een internationale boarding school in Tanzania.. Ik vraag me af of hij misschien het geld dat ik gestuurd heb voor TUSPO daarvoor heeft gebruikt.. Ik weet het niet. Hij had wel een tasje met TUSPO erop voor me meegebracht..
Ik weet wel dat hij een goede vriend is van Veronica, en die zelf is opgeleid als social worker. Ik ben ook niet echt gecharmeerd van de werkwijze van Veronica. Ze laat zich elke dag rondrijden in een errug luxe Mitsubischi busje, met draaistoelen achterin, en geblindeerde ramen (alsof ze een belangrijke minister is). Ze is een soort kakmadam, ze steekt nooit een vinger uit in het huishouden, en ze heeft Joy als huishoudster en haar zusje Juliana lijkt wel haar slaafje. Juliana wordt overal voor geroepen, ze moet de boodschappen doen, eten koken, schoenen poetsen, de kamer vegen, alles aangeven.. Juliana moet altijd thuis blijven. Ze wilde mee toen ik ging dansen, en ik vroeg aan Veronica of dat mocht, maar dat kon niet zei Veronica. Ze mocht ook niet mee naar de school, en ik zag in haar ogen hoe erg ze dat vond. Ik vind het raar dat iemand die zegt dat ze voor geestelijke gezondheid werkt het presteert om haar eigen zusje zo te gebruiken. Het ziet eruit alsof Veronica gewoon een dure carriere wil hebben. Ze heeft 2 huizen gekocht van het geld dat ze van Amerikaanse sponsors heeft gekregen: 1 waar ze woont met het kantoor voor zwangere vrouwen beneden (zo’n vrouwencentrum is niet uniek, ik heb er nog 3 meer gezien in Kampala, en hier zag ik zelf dus geen vrouwen, maar Juliana zei dat er door de weeks wel veel vrouwen kwamen.. en ik geloof Juliana wel). Het andere huis is het clubhuis, maar daar zijn nu maar 3 clienten aan verbonden, die daar binnen kunnen zitten (dat is niet het ideale model om mensen in een apart clubhuis te proppen). Ik vond het vorige centrum beter, dat was een soort leeg hok, maar daar kwamen elke week zo’n 40-50 mensen samen en die zaten op de grond met elkaar te praten. Dat past niet eens in het nieuwe clubhuis, dat ook nog eens weggestopt zit ergens achterin een wijk. In het nieuwe clubhuis zit een kantoortje met een computer, en er is een tv en radio voor de clienten, maar jah.. Er komen nu maar 3 clienten, en slechts 1 daarvan wordt geholpen met scholing (dat is Gilbert). De rest zit daar maar, en het kost relatief erg veel geld..
Als ik dan kijk naar Sam, die fysiek meer beperkingen heeft dan Veronica, dan zie ik hoe het ook anders kan. Sam heeft geen duur kantoor, maar gewoon een computer en een kast in een kamertje van zijn huis (eigenlijk net als ik). Hij heeft geen privéchauffeur die hem rondrijdt in een achterlijk dure auto, maar hij gebruikt het openbaar vervoer, of anders een gewone taxi. Hij heeft geen huishoudsters, maar hij woont bij zijn familie en zijn vrienden helpen hem. Sam heeft een business-management opleiding gedaan, en heeft zelf ook angstproblemen gehad na de genocide. Sam is iets ouder dan mij, en Rose is van mijn leeftijd. Ik zie bij hun de oprechtheid en de passie voor het werk dat ze doen. Ze doen het voor het doel, enniet voor de status. De bijeenkomsten vinden plaats voor het huis van Sam, op het gras onder een boom. Hun clubhuis leunt aan bij een kerk, en is dus open voor iedereen. Sam en Rose, en de hele NAUSPR is echt supergoed bezig. Daar zal ik nog wel meer in investeren. Ik heb na mijn 4 dagen verblijf in Rwanda mijn resterende Rwandese geld plus 50 euro aan ze gegeven.
Aan Veronica heb ik na de 3 dagen alleen het resterende Oegandese geld gegeven (ca 30 euro, gelijk aan een goed lerarensalaris van een week). Ze had net als Sam gezegd dat ik niks hoefde te betalen, maar natuurlijk betaalde ik wel wat. Maar ik had geen zin om veel geld aan Veronica te geven, want ik mag haar aanpak niet zo. Als gast heb ik het daar wel goed gehad, en ik denk dat ik het netjes heb afgehandeld. Ik geef mijn geld liever aan Rwanda.
Eliezer uit Tanzania lijkt wel een beetje dezelfde trekjes als Veronica te hebben, want hij commandeert iedereen steeds, ook mij: Doe die deur daar eens dicht, haal water voor mij, jij moet mijn tas even halen... Deels kan dat de cultuur zijn, dat hij zich als man beter voelt en iedereen (mn vrouwen) wil commanderen, maar het kan ook anders. Sam is wel normaal in de omgang. En als het over geestelijk welzijn gaat, dan mag je eigenlijk toch wel verwachten dat je iedereen gelijk behandeld, met respect. Ik vond het echt lijken alsof Veronica en Eliezer er zelf beter van willen worden, en een carriere uit het cliëntenwerk willen halen. En daar hou ik dus niet zo van.
Maar nu weer terug naar mijn laatste dag in Kampala, Oeganda. Juliana is dol op mij, en we hebben heel de ochtend weer gezellig zitten praten. Ze mocht gelukkig wel mee om mij weg te brengen naar het vliegveld. En Dora ging ook mee. Voor de ingang van het vliegveld hebben we afscheid genomen. Nog wat foto’s gemaakt en geknuffeld, en toen ging ik alleen het vliegveld binnen. Alles ging goed. Ik was ruim op tijd en de douane was geen probleem (die waren zelfs meteen fan van me, vanwege mijn haar en mijn activiteiten). Dat was erg leuk. Toen bleek dat we al heel vroeg moesten pre-boarden, en we moesten meer dan een uur in een kale wachtruimte zitten voordat we mochten instappen. Het was heel erg leuk dat ik John McCarthy uit Ierland tegenkwam, die ik van de conferentie kende en die hetzelfde vliegtuig nam. Ook kwam ik 2 mensen uit de Oekraine tegen, en ik heb ze mijn kaartje gegeven en gevraagd of ze clienten uit de Oekraine konden benaderen voor het wereldnetwerk WNUSP. Dat zou mooi zijn.
In het vliegtuig heb ik nog met John McCarthy zitten kletsen over ons werk natuurlijk en daarna wilde hij proberen te slapen. Ik ben toen 2 films gaan kijken (Tarzan en Wit Licht), want slapen lukte mij niet. Het is fijn dat je aan boord film kan kijken. En ik vond het ook zooo leuk dat ik bij het instappen door het KLM-personeel in het Nederlands werd aangesproken “welkom aan boord”. Ik had 2 weken alleen maar Engels gepraat, en een heel klein beetje Frans in Rwanda. Het was zooo fijn om mijn moedertaal weer te horen en weer iets in het Nederlands te kunnen zeggen. Dat merkte ik pas toen ik dus voor het eerst weer Nederlands hoorde. De stewards hebben mij de hele reis in het Nederlands bediend. Echt gaaf. De reis was dus erg prettig. En ons mam en Arnout haalden mij op van Schiphol. Toen ik thuiskwam was ik doodmoe. Ik ben nog even wat vrienden gaan begroeten en toen wat eten en naar bed. En toen heb ik heerlijk in mijn eigen bedje geslapen. Home sweet home.
Wat ik echt heel bijzonder vond, is dat ik erachter kwam dat ze aan de Evenaar de klok dus niet verzetten. Op de heenreis was er 2 uur tijdsverschil tussen Nederland en Oeganda, maar op de terugweg was het maar 1 uur, omdat in Nederland de zomertijd was ingegaan. In Oeganda zijn geen 4 seizoenen zoals wij ze kennen, maar ze hebben daar alleen natte en droge seizoen. De daglengte blijft er gelijk en het is vast onmogelijk om iedereen in Oeganda de tijd te laten aanpassen. Dat doen ze daar dus niet. De tijd loopt daar gewoon door. Ik kwam daar dus zelf achter. En ik vind dat echt boeiend. Daar sta je niet zomaar bij stil, maar eigenlijk is het logisch.
Op mijn laatste dag in Oeganda was het best jammer dat ik die dag niet echt weg kon om verder nog iets te doen of te zien, want thuiszitten is best saai (hoewel ik het gezellig had met Juliana), maar Oeganda is niet zo erg veilig. Ze denken dat witte mensen allemaal rijk zijn, en dus bestaat de kans dat je overvallen wordt. Maar er is meer. Gisteren bij het eten hadden we het nog gehad over de duivelaanbidders, dat een steeds groter probleem vormt in Oeganda. De voorpagina van de New Vision (nationale krant) was zwartgekleurd en er stond een schokkend bericht over de duivelaanbidders/hekserij in: Elke week wordt er ergens in Oeganda wel een kind gestolen en geofferd, omdat dat voorspoed zou brengen. En niet alleen kinderen maar ook oudere vrouwen worden soms ritueel afgemaakt. Echt luguber. In 2007 hadden de priesters ons verteld dat er dat jaar 11 kinderen waren geofferd, en dat vond ik schokkend, maar nu loopt het dus de spuigaten uit. Elke week 1, dat zijn er meer dan 50 per jaar!. Dora durft savonds ook niet goed weg te gaan van huis, want ze is bang dat haar kindje iets overkomt, en ik kan dus beter ook niet alleen de deur uit, want jah, ze zouden op het idee kunnen komen dat het bloed van een mzungu-meid ze rijkdom zou kunnen brengen of zoiets achterlijks. De hekserij is een groot probleem in Oeganda. Ze overwegen nu om de witchcraft (hekserij) in Oeganda officieel te verbieden en strafbaar te stellen, net als in Tanzania al is gedaan, zodat ze niet alleen de daders van de brute moorden kunnen pakken, maar ook de aanstichters van die ideeen kunnen aanpakken. Oeganda wordt door de buurlanden erop aangekeken dat zij nog niks aan dit probleem hebben gedaan, en het wordt nu dus in de krant aan de kaak gesteld. Men is er dus mee bezig. Het is echt luguber en wreed.
Er zijn me nog wel meer dingen opgevallen aan de cultuur hier. Gisterenavond bij Dora heb ik een andere krant gelezen (een oudere New Vision). Daar stond op de voorpagina dat er 8 homo’s bekeerd waren en dat die zich nu actief gingen inzetten voor homovervolging. Ze kenden de scene en ze voelden zich verdorven door hun homo-ervaringen die ze nu als een grote fout zien (.. ouderwets christelijk Afrika..). De ex-homo’s willen nu de scene verwoesten, waarin volgens hun ook medewerkers van de overheid, scholen, kerken enz betrokken zijn. Ze willen weer een “goed christen” zijn. Het deed me ontzettend veel pijn om dit zo te lezen, want ik ken een heleboel fantastische homo’s en lesbo’s (sommigen zijn zelfs officieel getrouwd met elkaar). Ik hou niet van discriminatie, je mag liefhebben wie je wil. Wat kan er nou verkeerd zijn aan Liefde?? Ik zou het liefst een actiegroep naar Oeganda toesturen om de homorechten te promoten, maar jah, ik heb al een andere missie nl. GGZ. Ik kan alleen de info verspreiden dat men in Oeganda nog geen homoseksualiteit accepteert. Echt triest.
En ook las ik over terugkerende rebellen van de LRA (Lord’s Resistance Army: het rebellenleger van de Heer olv Kony, die in Noord Oeganda kinderen ontvoerd om ze te laten vechten). Er was een conferentie geweest, georganiseerd door Amnesty en daar werd door ex-rebellen gezegd dat de terugkerende rebellen die niet langer willen vechten maar een bestaan willen opbouwen niet zo goed ontvangen werden in de maatschappij. Ze voelen zich alsof ze geen kans krijgen, alsof ze niet welkom zijn. Dat is erg, want hoe kan er dan vrede en eenheid komen? In het magazine Rwanda Dispatch (gekocht in Rwanda) heb ik gelezen dat men daar juist erg succesvol is in het bekeren en reintegreren van ex-rebellen (Umodja Wetu). De rebellenlegers aan de grenzen stromen daar leeg en de ex-rebellen zijn blij met hun nieuwe kansen bij terugkeer. Ze zien in dat ze met rebellen-propaganda aan het lijntje zijn gehouden, en dat het overheidsbestuur van het land niet zo slecht is als de rebellenleiders ze willen laten geloven. Ca 50% van de rebellen heeft nu al gekozen voor een normaal bestaan, en dat is een grote klap voor de rebellenlegers. Er zijn projecten voor de ex-rebellen waarbij ze speciale begeleiding krijgen en scholing voor reintegratie, en de ex-rebellen voelen zich daar goed ontvangen. Ze leren hoe ze een normaal leven kunnen leiden, wat de normale samenleving inhoudt en een normale inkomstenbron kunnen hebben: zoals landbouw, motoronderhoud enz. Het lijkt alsof het reintegreren van ex-rebellen in Oeganda minder goed lukt als in Rwanda.
De verschillen tussen Oeganda en Rwanda zijn best groot. Rwanda is schoon, en Kigali is de schoonste stad van Oost Afrika, en dat weet iedereen hier. Kampala in Oeganda is vies en vervuild: de lucht is vies en stoffig, want er zijn altijd files en veel uitlaatgassen, en overal ligt vuilnis. In Oeganda is er eigenlijk geen afvalverwijderingssysteem (daar willen mensen niet voor betalen) en men gooit het vuilnis overal neer, met vliegen en kakkerlakken tot gevolg. Zelfs het argument dat dit leidt tot verspreiding van ziektes dringt niet echt door. Men gooit alles overal achteloos op straat neer. Rwanda is echt beter georganiseerd. De straten en de bermen zijn schoon! In Rwanda werkt men hard om het land goed op te bouwen, dat zie je aan alles. Zoals Sam zei: Rwanda is Yearning for freedom and happiness (en daarom vonden ze mijn regenbooghaar ook zo gaaf daar, ze smachten naar geluk, en dat is meer dan alleen welvaart, maar houdt ook in: stabiliteit en veiligheid). Rwanda is veel verder dan de rest van de landen in Oost Afrika. In Rwanda zag ik veel gehandicapte mensen in het straatbeeld: mensen die ledematen missen (en er is een tekort aan hulpmiddelen zoals krukken en rolstoelen). Velen lopen met houten stokken en een man zonder benen schuifelde op zijn handen waar hij slippers aan had… Veel van hen bedelen, maar deze mensen horen er gewoon bij in Rwanda, ze worden geaccepteerd. Ze zijn er nu eenmaal. In Oeganda vond ik dat de gehandicapte zwervers er verwaarloosder uitzagen, hun ogen stonden hopelozer, maar ook in Oeganda zie je wel gehandicapten die werken in hotels enz. (bijv. slachtoffers van polio enz). Maar in Oeganda zie je minder gehandicapten dan in Rwanda. Ik heb diepe bewondering voor Rwanda en ik denk dat daar een goede kans ligt om Oost Afrika te helpen.
Als uitkomst van de WNUSP-vergadering hebben we geconcludeerd dat we Oost Afrika gaan ontwikkelen tot het voorbeeld van de wereld als het gaat om sociale services. In Oost Afrika heeft de klinisch psychiatrie nog niet echt voet aan de grond, en wij (users en survivors of psychiatry) zullen zorgen dat wij ze voor zijn. Wij hebben als (ex)clienten onze eigen visie op herstel en we willen onze eigen alternatieve zorg vormgeven. In het rijke Westen moeten we vechten tegen allerlei verkeerde praktijken en dat kost veel energie, maar in Oost Afrika kunnen we gewoon beginnen vanaf de basis. Er is een sterke sociale samenhang en dat biedt ongelooflijke kansen. We kunnen daar bijv. aansluiten bij de naastenliefde die de kerk predikt en daarmee kunnen de lokale vooroordelen wellicht eenvoudiger worden aangepakt (bezetenheid enz.). In het complexe westerse model worden clienten doorgaans gecriminaliseerd en dat is veel moeilijker aan te pakken. De westerse denkfouten zijn diepgeworteld en logica in de psychiatrie ontbreekt vaak (bijv. een depressie los je niet op niet met drank of drugs – en dus ook niet met pillen, maar in het westerse model geeft men vaak hoofdzakelijk pillen). Die westerse aanpak willen we stoppen, en dus ook zeker niet aan de grond laten komen in Afrika. Om dat te laten slagen willen we als clientenbewegingen gaan zorgen dat er een goed werkend sociaal model wordt ontwikkeld, en we focussen ons daarbij op Oost Afrika, dat nog niet bedoezeld is door klinische psychiatrische denkbeelden, en als een blanco stuk tekenpapier voor ons ligt. Daarmee kunnen we aan de hele wereld laten zien dat het werkelijk anders KAN. Het is een geweldige kans en ik zal me daarvoor inzetten. Het is dus niet ondenkbaar dat ik over niet al te lange tijd wederom naar Afrika ga om aan dit project mee te werken. Sam (van de clientenorganisatie NAUSPR in Rwanda) heeft me al gevraagd om training te komen geven in het ontwikkelen van een goede visie.
Als je het mij persoonlijk vraagt, dan zou ik Rwanda als basis nemen voor de ontwikkeling van de nieuwe sociale services. De NAUSPR doet echt fantastische dingen, zoals de ervaringsdeskundige vrijwilligers die de wijk in de gaten houden (outreach). En het kleine land van 8 miljoen inwoners is het verste ontwikkeld, het werkt het hardst aan opbouw en ontwikkeling. Ik denk dat daar de beste kansen liggen om een sociaal systeem werkelijk te laten slagen. In Oeganda leeft men meer vrijblijvend en kortzichtiger: dag voor dag en gericht op welvaart en lol. Rwanda is veel diepzinniger, die hebben een duidelijk doel voor ogen. Ze zijn de ellende daar helemaal zat en ze werken er zo hard aan. Dat verdiend echt diep respect.
Van de Oost Afrikaanse landen en clientenorganisaties hou ik het meest van Rwanda. Ik ga er zeker nog eens terug.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley