Dag 3 van het congres – en MUSE!
Door: Jolijn
Blijf op de hoogte en volg Jolijn
26 Oktober 2009 | Zweden, Stockholm
Zaterdagochtend begon het European Congres on Violence in Clinical Psychiatry ook weer om 9.00. Ik besloot in Hall A naar “Reducing Coercive Measures” te gaan, waar ook weer 3 sprekers waren. Barbara Stringer (Nederland) gaf een presentatie over het belang van de eerste 5 minuten van het contact. Eigenlijk kende ik dit verhaal al van verschillende Nederlandse congressen waar ik ben geweest, dus ik besloot om naar een andere workshop te gaan.
Ik ging naar Zaal 300 naar de workshop van Yvonne van Engelen (Nederland): “Towards sitable attitudes within a ‘dignified’ pedagogical climate; cultural change in the professional management of conflict and aggression in youth care, education and family”. Het zaaltje lag nogal achteraf en er waren maar 4 mensen. Ik voel de me dus goed dat ik daarheen ben gegaan.
Het ging over het verschil tussen de pedagogische theorie en de praktijk in de kinder- en jeugdpsychiatrie en in deze workshop werden mogelijke verklaringen gegeven waarom de kennis niet aansluit op de praktijk.
De pedagogische theorie wordt namelijk ontwikkeld door wetenschappers die een ander taalgebruik en perspectief hebben dan de hulpverleners op de werkvloer zelf. In het algemeen kunnen de hulpverleners ingedeeld worden in 2 groepen: de zogenaamde “systemizers” (systeemdenkers, dat zijn vaak de wetenschappers) en de “empathizers” (gevoelsmensen, dat zijn vaak de verpleegkundigen). In de zorg zie je vaak dat de kennis die ontwikkeld wordt door de wetenschappers onbruikbaar of niet toepasbaar is door de mensen die het moeten doen.
Een goed voorbeeld is de DSM, het boek waarin de diagnostiek van psychiatrische problemen beschreven is. Daarin staan heel veel verschillende diagnoses (“hokjes”), die ontwikkeld zijn door systeemdenkers; bijvoorbeeld heel veel verschillende soorten autisme. Maar uiteindelijk krijgen de patiënten allemaal dezelfde benadering en behandeling, dus waarom maakt men dat onderscheid in diagnoses eigenlijk??
Ook op het gebied van agressie is er zo’n zelfde discrepantie. Er zijn volgens de theorie verschillende soorten agressie, met verschillende redenen/functies. Zo onderscheidt men warmbloedige agressie (heethoofden) en koelbloedige agressie (instrumentele agressie). Volgens de theorie is er een verschil in aanpak van warmbloedige en koelbloedige agressie, maar in de praktijk als iemand “doorflipt” is het nauwelijks te zeggen of dat valt onder de categorie “wanhoop” (heethoofden) of “functionele agressie” (om iets te bereiken). Mogelijk is het zelfs allebei. Men kan het gedrag dus niet zomaar indelen, en dus is de gewenste aanpak ook niet duidelijk. Dat maakt de theorie dus zeer moeilijk uitvoerbaar in de praktijk. De communicatie tussen wetenschappers en verpleegkundigen (en vice versa) verloopt dus niet optimaal. De conclusie mbt dit deel van de workshop was dan ook “Empathise the system en systemize empathy”
Daarna ging het over de impact van agressie op hulpverleners in de praktijk. Een spanningsvolle situatie geeft adrenaline bij alle partijen. Hulpverleners zijn ook mensen (vaak “empathizers”), en de biologische reactie op moeilijke situaties (waarin men eigenlijk niet weet wat te doen) kan globaal ingedeeld worden in 3 categorien: Fight - Flight – en Freeze.
Fight slaat op controle/beheersing, waarbij ongewenst gedrag beperkt en bestraft wordt. Het gaat uit van de “maakbaarheid” van de mens door conditionering, waarbij extreme negatieve sancties (zoals Electroshocks en straffen) gebruikt worden om een aversie tegen een bepaald gedrag te kweken. (dit is het autoriteitsmodel, dat gelukkig steeds meer tot het verleden behoort).
Flight is de tegenhanger van Fight, en is gebaseerd op het negeren (c.q. niet belonen) van negatief gedrag. (dit is het Laissez Faire-model, waarbij men de natuur zijn gang wil laten gaan, en eigenlijk alleen aandacht wil geven aan goed gedrag). Maar het is evident dat een hulpverlener niet altijd zomaar weg kan lopen van een moeilijke situatie, want dat kan leiden tot gevaarlijke en niet-heilzame situaties.
De derde optie is Freeze, waarbij een hulpverlener als het ware versteend, omdat hij/zij niet weet wat hij/zij moet doen (niet willen vechten, maar ook niet willen vluchten). Dit symboliseert onmacht en is eigenlijk het nulpunt/dieptepunt van de zorgprofessie. Freezing (verstenen) leidt vaak tot chaos, omdat er geen leidraad meer is. Hulpverleners ervaren het “verstenen” vaak als hun eigen falen, omdat zij geacht worden wel te weten wat ze moeten doen.
Welke reactie er wordt gegeven op een bepaalde moeilijke situatie hangt dus feitelijk samen met de persoonlijke opstelling van de hulpverlener. Maar is het ethisch verantwoord om de hulpverlening af te laten hangen van persoonlijke reacties, waardoor de bejegening willekeurig wordt? Is zorg een kwestie van geluk hebben wie je tegen komt? Waar is de professie, wat is het wetenschappelijke kader?
Verpleegkundigen zijn dus vaak overgeleverd aan hun eigen inzicht. In hun hart zijn ze zich bewust van de ethische waarden van de zorg en willen ze de client helpen te leren omgaan met het gedrag, maar ze weten niet wat er toegestaan is binnen de wetenschappelijke en organisatorische kaders, en dat leidt tot stress bij de hulpverleners, waardoor verstenen/Freeze op de loer ligt, en dat doet de hulpverlening geen goed.
Het is daarom goed om deze principes in een hulpverlenersteam te reflecteren en om te communiceren over de grenzen van het (gewenste) hulpverlenerschap, en er meer richting aan te geven. Maar de huidige wetenschappelijke kaders geven hulpverleners veel te weinig houvast door de grote afstand tussen theorie en praktijk, en daardoor werkt het allemaal niet zoals men zou willen. De theorie moet in dienst staan van de praktijk, en er is dus dringend behoefte aan meer praktijkgerichte wetenschap.
Er is dus een andere reactie nodig dan Fight, Flight of Freeze. Als er gekeken wordt naar de werkelijke fundamentele ethische waarden van de zorg en de wenselijke verandering die men teweeg wil brengen in het leven van de client, dan wil men de zelfcontrole en eigen regie van de client vergroten. Men wil zorgen voor autonomie en zelf-inzicht, bewustzijn, en uiteraard het welzijn, het geluk en de sociale positie van een client vergroten, zodat deze kan uitgroeien tot een zelfstandige verantwoordelijke burger.
Het is inmiddels bekend en bewezen (evidence based) dat daarvoor dialoog en samenwerking tussen client en hulpverlener nodig is, zodat hulpverleners samen met de client de onderliggende gevoelspatronen kunnen blootleggen en de client zichzelf uiteindelijk beter kan leren sturen. Contact, vertrouwen en samenwerking zijn daarbij cruciaal, en hulpverleners zouden dat moeten faciliteren. Als nieuwe aanvulling op het scala aan reacties (Fight, Flight en Freeze) is dit een benadering die “Free” wordt genoemd.
Als hulpverleners zich bewust zijn van hun eigen patronen, kunnen ze bewust een keuze maken welke reactie ze geven (net als clienten). Dit is dus praktijkgerichte kennis, die hulpverleners empowert om hun vak beter uit te oefenen.
Het was een hele mooie, leerzame en bruikbare presentatie. Helaas was de tijd tekort voor het tweede deel van de workshop, over educatie. Want om volgens het “Free-model” (gericht op Herstel en vergroten van de eigen regie van de client) te kunnen werken, is het dus nodig om te weten welke leerpatronen er zijn.
Aan het einde van de workshop vroeg ik of ze de documentaire “Hold me tight, let me go” van Kim Longinotto over de Mulberry Bush School (UK) kende, waar kinderen terecht komen die, meestal vanwege een traumatische gebeurtenis, niet meer te handhaven zijn in het gezin en op school. Ik was namelijk benieuwd was naar haar visie op die manier van agressiehantering in de kinder- en jeugdpsychiatrie, die in de documentaire “Hold me Tight, Let me Go” in beeld wordt gebracht. Tot mijn grote verbazing kende zij die documentaire niet.
Via de centrale laptop en de beamer heb ik via Youtube de trailer van “Hold me tight, let me go” laten zien, alleen ik kon de scene met “holding” niet zo snel vinden. Het is namelijk erg indrukwekkend hoe ze dat daar aanpakken met dialoog en Talking-Down. Ik vind eigenlijk dat een documentaire als dit thuishoort op een congres over agressiehantering. Mijns inziens brengt het een huidige Best Practice in beeld, waarover gepraat moet worden, en die zeker kan bijdragen aan de beeldvorming en de cultuurverandering.
Zie hier de link naar de volledige documentaire Hold me Tight, Let me Go – duur: 100 minuten http://player.omroep.nl/?aflID=7951127&silverlight=true
Nederlandse beschrijving en trailer:
http://www.ikonrtv.nl/ikondocumentaire/documentaire.asp?oId=2625
Bestellen via : http://www.wmm.com/filmCatalog/pages/c713.shtml
Inmiddels stond de volgende groep al voor de deur, want de pauze was inmiddels ook al voorbij, dus we moesten echt stoppen. Ik ben niet gelijk doorgegaan naar de volgende workshop, want ik zat behoorlijk vol van dit verhaal. Ik vond het heel erg goed.
Ik keek even op de openbare computers en vond een manier om het internet op te gaan, zodat ik een goede trailer kon vinden op youtube (dat lukte).
Daarna kwam Ian Needham bij me staan (een van de organisatoren), en we hebben uitgebreid samen gepraat. Ik heb hem ook de trailer laten zien, en mijn persoonlijk verhaal verteld. Hij was erg betrokken.
Toen was het lunchtijd en heb ik nog wat meer van de wandelgangen genoten, en ben ik uitgenodigd om deel te nemen aan het Horatio-congres “Europan Psychiatric Nurses” van 15-17 april 2010 in Praag. De titel is “Building Bridges”. De organisatie zal de deadline voor inzending van clienten wat verlengen, en ik zal ze in contact brengen met Oost-Europese clientenorganisaties, want die willen ze er erg graag bij hebben.
(link naar Horatio-congres: http://www.horatio-web.eu/building-bridges.html )
Aan het begin van de middag werden de Congres Awards uitgereikt voor het Beste Artikel (Best Abstract) en de Beste Poster van de postergallerij.
Tenslotte volgden er nog 2 plenaire sprekers (Keynotes). De eerste, Tilman Steinert (Duitsland) ging over farmaceutische interventies bij agressie, en het verschil tussen antipsychotica en benzodiazepinen. Voor acute agressie-onderdrukking blijkt het nauwelijks verschil te maken wat men de persoon toedient, en voor langdurige behandeling van agressie is medicatie geen ideaal middel.
De tweede presentatie, David Cooke (UK) “Understanding violence risk: individuals and institutions (PRISM)” ging over een onderzoek naar gevangenisrellen, en hij benadrukte de omgevingsfactoren bij agressie. Opeens voelde ik me emotioneel worden en ben ik maar even naar buiten gegaan om te roken. Het zal de spanning wel geweest zijn van het hele congres, en de persoonlijke herinneringen die ik de afgelopen dagen toch een beetje heb moeten onderdrukken.
Daarna was ik nog net op tijd terug om het einde van de afsluiting mee te maken. Met een meditatief muziekje werd ons gevraagd ons lekker te ontspannen en het ‘geweld’ van de afgelopen dagen weer even te vergeten. Dat was een goede afsluiter, maar het had voor mij persoonlijk exact een half uur eerder gemogen, omdat ik toen blijkbaar aan mijn limiet zat van het maximale aantal presentaties.
Na het congres ging ik terug naar het hotel en Sander en ik hebben nog een laatste keer in het Brunnby restaurant gegeten, waar we afscheid hebben genomen van Madeleine (de serveerster). Na het eten ging ik me klaarmaken om naar Muse te gaan. Sander had geen kaartje, dus ik ging alleen met de tram naar Hovet (4 haltes verderop). Heel erg grappig: Ik wilde een kaartje kopen bij de conducteur en ik vroeg wat het kostte. Hij zei: “40 kronen, als je tenminste boven de 20 bent”. Dat vond ik erg grappig, hij zat er meer dan 10 jaar naast.
Muse was zo geweldig, de intro was Exogenesis part 1 Overture (“why are we here”) en daarna kwam Uprising (“they will not force us”). Toen ik dat hoorde werd ik echt emotioneel. Het kwam allemaal zo mooi samen. Muse betekent zo veel voor me, het gaat recht in mijn ziel, in mijn hart. Het kleine meisje in mij kwam naar boven. Ik hield het dus niet droog, net als de andere keren dat ik Muse live zag.
Als toegift deden ze Stockholm Syndrome en daar had ik ook zo naar uitgekeken. Ik was immers in Stockholm, bij een congres over dwang in de psychiatrie, en mijn herinneringen aan opsluiting zijn erg traumatisch. Stockholm Syndrome was dus in een verdraaide manier erg toepasselijk. Ik heb al mijn emoties gewoon laten lopen. Ik ben wie ik ben, en ik voel wat ik voel. Het was heerlijk bevrijdend, helend en fantastisch. Het was echt een ervaring. De mooiste afsluiter van deze congresweek die ik me maar had kunnen wensen.
Midden in de nacht ben ik in mijn eentje tussen een grote drom Muse-fans teruggegaan naar het hotel. Het was echt geweldig. Daarna had ik eindelijk een lange nacht slaap (en zelfs een uur extra omdat de klok was verzet). Dingen vallen soms zo mooi samen.
Op zondag kon ik dus lekker een beetje uitslapen, want ik hoefde niet om 7 uur op. Om half tien ben ik gaan ontbijten en inpakken, en om 11 uur moesten we uitchecken. Daarna hebben we nog even in de ontbijtzaal gezeten, wat tv gekeken en koffie gedronken. Toen zijn we met alle tassen naar het centraal station gegaan en hebben we de pendelbus (met een mooie regenboog erop) naar het vliegveld Arlanda genomen. De voorruit van de bus zat helemaal vol met scheuren, en eigenlijk was het belachelijk dat deze bus zo rondreed (terwijl Zweden verder echt netjes en goed georganiseerd is). Maar de bus was dus onveiliger dan het vliegtuig.
In het vliegtuig heb ik even aan dit verslag gewerkt op mijn laptop, en het was erg grappig dat mijn laptop meldde dat hij een draadloos netwerk had gevonden. (ik ben er maar niet opgegaan, want ik wil geen vliegtuig besturen met mijn laptop.. met de pijltjestoetsen??). Anyway, de vlucht naar Amsterdam is erg voorspoedig gegaan, alleen daarna moesten we met de trein omreizen via Nijmegen naar Eindhoven, en daar hebben we bijna 3 uur over gedaan. Rond half 12 ’s avonds was ik in de Bakkerij om de verjaardag van Deborah te vieren. Het was ook heel erg leuk om weer terug te komen in Eindhoven, volledig uitgedost als Muse-fan (met t-shirt en vlag als rok).
Ik heb een fantastische week gehad in Stockholm.
-
27 Oktober 2009 - 08:03
Tony:
een lang en goed verhaal, nou nog even naar het engels vertalen :) -
29 Oktober 2009 - 16:37
Martin:
sorry voor niet eerder een reactie.. beetje druk..
Ik zie dat je weer goed bezig bent geweest, en jezelf hebt vermaakt :)
Tot snel!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley